Overslaan en naar de inhoud gaan

Waarom wordt een gastank nooit voor 100% gevuld?

Antargaz werkt als energieleverancier voornamelijk met propaan- en butaangas. Het is belangrijk om te weten dat propaan en butaan in vloeibare fase veel minder volume innemen dan in gasfase. Dat betekent ook dat de druk in een recipiënt zoals een tank zal toenemen als het aantal deeltjes in gasfase toeneemt. Daarom wordt een gastank ook nooit voor 100% gevuld. Laat ons de verschillende factoren even toelichten.

Vloeibare en gasvormige fase

Commercieel propaan- en butaangas dat zich in gasflessen of gastanks bevindt, is gedeeltelijk onder vloeibare en gedeeltelijk onder gasvormige toestand aanwezig. Van zodra de temperatuur van de vloeistof hoger wordt dan het kookpunt (voor butaan is dat -0.5°C en voor propaan -42°C), zal de vloeistof overgaan in gasvorm of dampfase. De vloeistof begint met andere woorden te koken. Onze gastanks in het bijzonder worden uitsluitend met propaangas gevuld, net omdat het kookpunt van propaangas heel wat lager ligt dan dat van butaangas. Die overgang van vloeistof naar gasvorm gaat gepaard met een belangrijke volumevergroting.

Image

De druk in een gastank

De gevormde gasdeeltjes verzamelen zich bij het koken boven de vloeistof. Wanneer hun aantal toeneemt, zal de druk die zij op de binnenwanden van de fles uitoefenen ook stijgen. Zo zal de dampspanning boven de vloeistof eveneens toenemen.

Vb: een druk van 2,5 bar van het gas in het recipiënt is 2,5 maal hoger dan de atmosferische druk (= 1 bar, de werkelijke omgevingsdruk).

Maximale dampspanning

De druk in het recipiënt zal blijven toenemen tot die een bepaald maximum bereikt heeft. Op dat ogenblik verdampt er evenveel vloeistof als dat er gas terug condenseert. Dat evenwicht wordt ook wel maximale dampspanning genoemd.

Verhoogt men daarna de temperatuur van de vloeistof (door warmte toe te voegen) dan zet ze uit en zal er ook bijkomende vloeistof verdampen. De uitzettingscoëfficiënt van LPG (propaan en butaan) is 10 maal groter dan die van water. De maximale dampspanning krijgt daardoor een hogere waarde die snel oploopt.

Dat verschijnsel verklaart de eis dat een ondergrondse gastank nooit voor meer dan voor 85 % met vloeistof gevuld mag worden. Een bovengrondse gastank en gasflessen worden, gezien de variabele omgevingstemperatuur, zelfs maar gevuld tot 82%.

Veiligheidsmaatregelen

Om de invloed van externe warmte te minimaliseren zijn onze tanks bovendien enkel verkrijgbaar in een gemetaliseerde kleur (vaak lichtgroen). Die reflecteert zonlicht. Daarnaast zijn al onze gastanks voorzien van een overdrukventiel of een veiligheidsklep. Dat overdrukventiel zal de overtollige gasdeeltjes vrijlaten indien de druk in het recipiënt toch te hoog zou oplopen (bijvoorbeeld tijdens een hittegolf).