Klanten bij Antargaz zullen jou doorgaans enkel inschakelen voor het deel van de propaangasinstallatie dat onder lage druk staat.* Meestal gaat het dan om de binnenleidingen. Je hebt er echter alleen maar baat bij om ook te weten wat er aan de gastank precies gebeurt.
De drie onderdelen die je vlak aan de uitgang van de tank terugvindt, zijn
*In bepaalde gevallen voorziet de installateur zelf de middendrukleiding en is hij dan ook verantwoordelijk voor dat deel van de installatie.
Het voornaamste afsluitmiddel van de gastoevoer. De dienstkraan herken je aan het rode handwiel. Om de kraan dicht te draaien, draai je in de richting van de F. Om hem open te draaien, draai je in de richting van de O.
Een onderdeel van de dienstkraan is de maximumpeilmeter (of purge max). Dat is een vijsje met een kleine opening die via een buisje met de binnenkant van de tank verbonden is. De maximumpeilmeter signaleert een vulling boven de 82%. Dat is de maximale inhoudscapaciteit van de tank. Voor het vullen van de tank, zal onze chauffeur het vijsje opendraaien. Vult hij dan tot meer dan 82%, dan zal er een witte gaswolk uit het vijsje opstijgen.
De eerste ontspanner wordt ook wel de eerste-trapontspanner of de voorontspanner genoemd. Die bevindt zich vlak na de dienstkraan en regelt de druk aan de uitgang van de gastank. Binnenin de tank heerst er hoge druk. De eerste ontspanner zal die druk verlagen naar 1,5 bar (voor residentieel gebruik). De eerste ontspanner kan een vast of regelbaar type (met manometer) zijn.
De uitgangsdruk van de drukbegrenzer staat ingesteld op 1,8 bar. Het is een veiligheidsapparaat dat direct aan de uitgang van de voorontspanner gekoppeld is. Het beveiligt de leidingen en koppelingen die volgen tegen overdruk.
Als er een defect zou zijn aan de eerste ontspanner, zal de drukbegrenzer voorkomen dat de leidingen onder hoge druk worden gezet. De drukbegrenzer is vaak voorzien van een meetnippel. Indien er geen meetnippel aanwezig is, moet er een T-stuk geplaatst worden.