Elke opslag van gasflessen moet aan de volgende veiligheidsvoorschriften voldoen:
Plaats een gasfles waar mogelijk buiten. Indien de gasfles niet aangesloten is, bewaar ze dan altijd buiten.
Controleer of alle kranen van de gasflessen (zowel volle als lege) goed dicht zijn en voorzie alle gasflessen van goed aangedraaide beschermkappen.
Houd de gasflessen koel. Sla ze niet op in de buurt van een warmtebron of bij brandbare materialen.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Zet de gasflessen nooit in de kelder, in de buurt van een kelderraam, een rioolput of een opening die naar een lager gelegen ruimte leidt en let op putten en kuilen.
Elke defecte gasfles moet in open lucht opgeslagen worden.
Gasflessen mogen binnen opgeslagen worden zolang de gasfles aangesloten is.
Gelieve de gasflessen die je niet meer gebruikt zo snel mogelijk terug te brengen naar een Antargaz verdeler.
Lees deze tips voor een zorgeloos gebruik van je gasfles.