Bij extreem lage buitentemperaturen of een zeer groot gasgebruik kan een gasfles bevriezen. Dat is een volkomen normaal fenomeen.
Is je gasfles bevroren? Schakel dan je gastoestel (dat verbonden is met de gasfles) tijdelijk uit, tot de gasfles weer opgewarmd is. Schakel dan je toestel en de gastoevoer opnieuw aan en je gasinstallatie zal opnieuw normaal werken.
Het kookpunt van butaan ( of het punt waarop vloeistof wordt omgezet naar gas) ligt rond het vriespunt. Butaan is dus niet bruikbaar bij koudere temperaturen. In dit geval is een propaangasfles aangewezen.
Het is niet het gas in de gasfles dat bevriest, maar de condens op de buitenkant van de fles die vormt tot op het niveau waar er nog vloeistof in de fles zit. Vloeibaar gas heeft warmte nodig om gasvormig te worden. Door een natuurlijk proces wordt die warmte aan de omgeving onttrokken. De druk in de fles is afhankelijk van de vloeistoftemperatuur.
Hoe hoger de temperatuur, hoe hoger de druk. Soms is de vraag naar gas zo hoog dat de omgevingstemperatuur niet meer afdoende is om het vloeibare gas op te warmen. Het vloeibare gas in de fles wordt zo koud, dat de lucht tegen de gasfles sterk afkoelt, het vocht daaruit condenseert en vriest meteen tegen de buitenkant van de fles aan.